Wat is Trickle-down Economics?

Wat is Trickle-down Economics?

In de nieuwste aflevering van onze Economie 101 Serie, bespreken we een term die velen bekend in de oren klinkt: 'trickle-down economics'. Maar hoe goed begrijpt de gemiddelde persoon op straat dit economische concept? In dit artikel werpen we een blik op deze vaak genoemde term.

In de moderne politiek wordt 'trickle-down economics' veelal gebruikt als het gaat om fiscale beleidskeuzes, met name ook over belastingen en de verdeling van rijkdom. Maar wat houdt deze theorie eigenlijk in?

Trickle-down economics, in zijn eenvoudigste vorm, is de opvatting dat wanneer de rijken rijker worden, zij meer gaan uitgeven, wat op zijn beurt de rest van de samenleving ten goede komt. Dit gebeurt vaak door maatregelen zoals deregulering en belastingverlaging voor bedrijven en de rijke, wat meer kapitaal beschikbaar maakt voor diegenen die bovenaan de economische ladder staan. Dit kapitaal kan vervolgens geïnvesteerd worden, wat leidt tot meer banen en hogere lonen voor de minderbedeelden.

Hoe werkt de theorie van trickle-down economics precies? Het idee is dat wanneer we de inkomsten- en vennootschapsbelasting verlagen en de financiële instellingen minder reguleren, de rijkdom van deze individuen en bedrijven zal toenemen. Theoretisch gezien zou dit hen in staat stellen om hun extra geld uit te geven en te investeren, wat uiteindelijk leidt tot een verhoogde vraag naar goederen en diensten. Dit zou werkgevers in staat stellen meer werknemers aan te nemen en hogere lonen aan te bieden.

Een ander argument is dat belastingverlaging de stimulans om te werken vergroot. Als werknemers minder inkomstenbelasting betalen, zouden zij gemotiveerd worden om harder te werken. Daarnaast zou een lagere vennootschapsbelasting bedrijven aanmoedigen om te investeren, wat theoretisch de rijkdom zou moeten verhogen.

Er zijn ook voorbeelden uit de praktijk van trickle-down economics. President Ronald Reagan en zijn 'Reaganomics' zijn beroemd geworden in deze context. In de jaren '80 voerde hij belastinghervormingen door die de belasting voor de hogere inkomens verlaagden van 73 procent naar 28 procent en de vennootschapsbelasting van 46 procent naar 40 procent. Dit zou volgens sommigen hebben bijgedragen aan het herstel van de Amerikaanse economie uit de recessie van de jaren '80.

Echter, een volledig beeld wordt hier niet gegeven, aangezien de overheidsuitgaven ook met 2,5 procent per jaar stegen en de federale schuld in de VS verdrievoudigde. Critici beweren dat trickle-down economics nooit volledig is uitgevoerd en dat het de verhoogde overheidsuitgaven waren die de recessie hebben beëindigd.

We zien vergelijkbare voorbeelden in de geschiedenis, zoals het stimuleringspakket van president Herbert Hoover tijdens de Grote Depressie en de belastingverlagingen van president George Bush in 2001. Hoewel de theorie op verschillende manieren is getest, stellen sommigen dat het nooit echt in zijn puurste vorm is toegepast.

Opmerkelijk is dat economische ongelijkheid vaak toeneemt als deze theorie wordt toegepast. Malgré de voorgenomen effecten van belastingverlagingen op alle inkomensniveaus, blijkt in de praktijk dat de rijksten nog rijker worden. Tussen 1979 en 2005 steeg het netto-inkomen na belasting van de laagste twintig procent met 6 procent, terwijl het inkomen van de top twintig procent met maar liefst 80 procent toenam. Het inkomen van de rijkste 1 procent verdrievoudigde zelfs, wat aantoont dat welvaart eerder opstroomt dan afstroomt.

Waarom ontstaat deze economische ongelijkheid als gevolg van trickle-down economics? In veel gevallen wil de rijken hun overtollige rijkdom niet investeren, waardoor geld vaak in off-shore rekeningen wordt gestald. Bovendien leiden belastingverlagingen voor de rijkste niet op de lange termijn tot meer consumentenuitgaven of hogere overheidsinkomsten, maar eerder tot een grotere ongelijkheid. Voor veel economen lijkt een alternatief systeem, dat de belastingverlaging voor midden- en lagere inkomens stimuleert, effectiever te zijn.

Kortom, hoewel trickle-down economics zijn voordelen heeft, zijn de prestaties in de praktijk vaak gemengd. Tot nu toe hebben we deze theorie niet in zijn geheel zien functioneren, vooral niet gezien de recente mislukking van het mini-budget van Liz Truss en Kwasi Kwarteng in het VK in oktober 2022. Dit laat ons achter met de vraag of economische en publieke opinie zullen verschuiven om deze theorie daadwerkelijk effectief te maken.