Trump Krijgt Ongeduldig met Boeing over Air Force One

De Amerikaanse president Donald Trump heeft zijn onvrede over Boeing geuit, met betrekking tot een contract voor de bouw van twee nieuwe Air Force One-toestellen die vertraging oplopen.
Terwijl hij zich aan boord bevond van een van de 35-jarige presidentiële vliegtuigen die momenteel in gebruik zijn, liet Trump weten dat hij op zoek is naar alternatieve opties vanwege de langdurige tijdlijn voor Boeing om de vliegtuigen te leveren.
Het contract voor de twee vernieuwde versies van het presidentiële vliegtuig, dat is gebaseerd op de moderne Boeing 747-8, werd tijdens Trumps eerste ambtstermijn vastgesteld.
“Nee, ik ben niet blij met Boeing. Het duurt te lang voordat ze Air Force One klaar hebben. We hebben dat contract al een tijd geleden gegund,” zei Trump.
“We kunnen een vliegtuig kopen of iets dergelijks.”
Toen hem gevraagd werd of hij overwoog nieuwe vliegtuigen van Airbus aan te schaffen, de Europese concurrent van Boeing, antwoordde Trump: “Nee, ik zou Airbus niet boven Boeing overwegen, maar ik zou wel een gebruikte aanschaffen en ombouwen.”
Dit volgt op Trumps recente bezoek aan een 13 jaar oude Boeing 747-800, die voorheen eigendom was van de Koninklijke familie van Qatar en op Palm Beach International Airport stond.
De nieuwe Boeing-vliegtuigen zouden oorspronkelijk in 2024 worden afgeleverd; echter, de fabrikant heeft de leveringstijdlijn nu uitgesteld naar 2027 of 2028.
Tijdens zijn eerste ambtstermijn dwong Trump de vliegtuigproducent om het contract te heronderhandelen, omdat hij het oorspronkelijke contract te kostbaar vond.
Dit contract heeft al geleid tot aanzienlijke financiële verliezen voor Boeing.
Het inrichten van de vliegtuigen voor presidentiële doeleinden brengt aanzienlijke kosten met zich mee en vereist de installatie van uiterst gevoelige en complexe communicatie-, veiligheids- en toegankelijkheidssystemen.
Het afgelopen jaar was bijzonder uitdagend voor Boeing, met een verlies van $11,8 miljard (£9,4 miljard) in 2024, het grootste tekort sinds 2020, een jaar waarin de luchtvaartsector ernstig werd getroffen door de Covid-pandemie.
In het laatste kwartaal van december, een periode gekenmerkt door stakingen die de operaties verstoorden, leed het bedrijf een verlies van $3,8 miljard.
Boeing had niet alleen te kampen met problemen in de commerciële vliegtuigdivisie, maar ook met complicaties in verschillende defensieprogramma's.
Trumps onvrede over Boeing met betrekking tot het Air Force One-contract roept ernstige zorgen op over de toekomst van het project en de financiële stabiliteit van het bedrijf. De aanhoudende vertragingen en toenemende kosten verergeren alleen maar de bestaande problemen van Boeing, waaronder de aanzienlijke verliezen van het afgelopen jaar.
Met de uitgestelde levering tot 2027 of 2028, zou de onzekerheid rond het project het vertrouwen in Boeing's vermogen om belangrijke contracten na te komen verder kunnen ondermijnen. Dit kan ertoe leiden dat zowel het leger als belastingbetalers geconfronteerd worden met hogere kosten of een in kwaliteit verminderd product. De moeilijkheden van Boeing wijzen op een onzekere toekomst voor de luchtvaartgigant en haar belanghebbenden.