Trump's Film Tarieven: Gevaren voor Amerikaanse Filmmakers

Trump's Film Tarieven: Gevaren voor Amerikaanse Filmmakers

In weer een verrassende wending van zijn handelsbeleid heeft Donald Trump een voorstel gedaan voor een belasting van 100% op alle buitenlandse films die de Verenigde Staten binnenkomen. Dit idee, gepresenteerd als een strategie om "films weer in Amerika te maken", getuigt van een economische nationalistische visie met weinig begrip voor de wereldwijde filmsector. Het kan zowel Amerikaanse filmproducenten als internationale studios flink schaden.

Trump deelde zijn visie via Truth Social en beweerde dat Hollywood "een zeer snelle dood sterft", verwijzend naar de dalende productie en kijkcijfers. Hoewel de industrie grote verstoringen heeft ondervonden door de COVID-19-pandemie en arbeidsstakingen, laten de box office-cijfers in 2025 een herstel zien. Succesvolle films zoals Thunderbolts suggereren dat het publiek weer naar de bioscopen terugkeert, en dat Hollywood allesbehalve dood is.

Ondanks deze feiten is Trump ervan overtuigd dat het opleggen van een enorme belasting op buitenlandse films de Amerikaanse filmindustrie nieuw leven kan inblazen. Maar hier is het probleem: veel zogenaamde "buitenlandse" producties zijn eigenlijk Amerikaanse projecten die in het buitenland zijn gefilmd om te profiteren van belastingvoordelen, locatie-esthetiek of gespecialiseerde crews. Films als Deadpool & Wolverine, Wicked en Gladiator II zijn allemaal Amerikaanse producties die in het buitenland zijn gefilmd. Zou Trump daadwerkelijk de films van zijn eigen land belasten omdat ze buiten de VS zijn opgenomen?

De verwarring neemt toe als we co-producties en streamingcontent in overweging nemen. In de huidige onderling verbonden entertainmentwereld is het moeilijk te definiëren wat telt als een "buitenlandse film". Is het de nationaliteit van het productiebureau? De opnamelocatie? De taal? Zonder duidelijke criteria kunnen de voorgestelde tarieven van toepassing zijn op een groot aantal door de VS gesteunde films, vooral die gemaakt door streaminggiganten zoals Netflix, die regelmatig content internationaal opnemen.

Zelfs als het doel is om buitenlandse filmindustrieën te straffen, zal de collateral damage enorm zijn. Amerikaanse studios kunnen te maken krijgen met stijgende kosten, beperktere internationale relaties en vergeldende tarieven. Al enkele prominente figuren uit de industrie en buitenlandse overheden, waaronder die in het VK, Australië en Nieuw-Zeeland, uiten hun sterke tegenstand. In het VK groeien de zorgen dat een dergelijke maatregel de duizenden freelancers die bijdragen aan de productie van Amerikaanse films op Britse bodem kan verwoesten.

Californië's gouverneur Gavin Newsom, vaak een mikpunt van Trump, is al bezig om de concurrentiekracht van zijn staat te vergroten door belastingvoordelen uit te breiden. Maar een ruwe tariefaanpak dreigt deze strategie en de bredere Amerikaanse filmindustrie te ondermijnen.

Critici zoals Eric Deggans van NPR waarschuwen dat deze stap averechts kan werken. Hierdoor zou Hollywood minder toegang hebben tot wereldmarkten, wat het nog moeilijker maakt voor Amerikaanse films om winst te maken in het buitenland. Als andere landen zich op dezelfde manier verhouden, kan dit leiden tot een handelsoorlog in de entertainmentsector, die floreert door grensoverschrijdende samenwerking.

Samenvattend is het tariffenplan van Trump geen gedurfde oplossing, maar eerder een kortzichtige en zelf-saboterende beleidsidee. In plaats van het Amerikaanse filmmaken een boost te geven, riskeert het om het te verstikken met bureaucratie, kostenstijgingen en internationale terugslag. Nogmaals bewijst dit voorstel dat een pakkende slogan geen solide economisch beleid garandeert, en Amerikaanse filmmakers kunnen wel eens de hoogste prijs betalen.